Doet taal pijn?

Over taal en emotie

Over de auteur

Jos van Berkum (1962) is hoogleraar Communicatie, Cognitie en Emotie aan de Universiteit Utrecht, binnen de afdeling Taal en Communicatie, […]
Lees verder

Schelden doet geen pijn. Dat hebben we als kind toch allemaal meegekregen van school en onze ouders. Maar klopt het eigenlijk wel? Kan taal dan geen pijn doen? Natuurlijk wel. Deze ooit zo goedbedoelde uitspraak is net zo achterhaald als Met melk meer mans. Met woorden kun je de ander behoorlijk raken. Op allerlei manieren.

Door Jos van Berkum.

Wat weten we inmiddels over hoe taal en emotie bij elkaar komen? Tot niet zo heel lang geleden werd daar nauwelijks onderzoek naar gedaan. Dat kwam doordat veel taalwetenschappers vooral nadachten over taal als codeersysteem, waarmee je feitelijke informatie van de ene mens naar de andere kunt overbrengen, een beetje zoals computers met elkaar communiceren. Als je taal alleen zó bekijkt, dan liggen vragen over emotie niet heel erg voor de hand. Maar het is een te beperkt beeld. Mensen willen van alles, en ze voelen ook van alles. Dat heeft grote invloed op hoe je brein met taal omgaat.

Gevoelige zaken

Je brein bekijkt de wereld voortdurend vanuit jouw bewuste en onbewuste belangen. Emoties spelen hierbij een hoofdrol. Emoties zorgen ervoor dat je heel snel reageert op zaken die aan deze belangen raken, en dat je denken en doen erdoor ‘gekleurd’ worden. Dat geldt voor positieve dingen zoals een lekker ijsje, een goed cijfer of een aantrekkelijk persoon, maar ook voor negatieve dingen zoals pestgedrag, dierenmishandeling of een gebombardeerd flatgebouw. De relatie met taal ligt hier erg voor de hand. Dingen die je raken als je ze ziet of meemaakt kunnen je natuurlijk ook raken als je er via taal over hoort of leest. Het is precies langs deze weg dat een weer- of klimaatbericht je vrolijk of wanhopig kan maken, en dat een goed boek ook goed zeer kan doen. Alleen, hoe wérkt het precies?

Met hersenmetingen kunnen we een tipje van de sluier oplichten. In de MRI-scanner is bijvoorbeeld goed te zien dat taal met nare inhoud het emotiesysteem in je brein activeert. De hersenen blijken ook nog eens heel snel op dat soort taal te reageren, soms al binnen een kwart seconde. Die snelle reactie zie je in hersengolven optreden bij losse woordjes, maar ook bij complexere taal. Als mensen ‘Dierenmishandeling is een prima zaak’ lezen, reageert hun brein niet alleen razendsnel op het beladen woord dierenmishandeling, maar ook op het woordje prima, waarmee de voor de lezer moreel onaanvaardbare boodschap van de hele zin duidelijk wordt. Die reactie hangt af van je persoonlijke waardesysteem, van wat jij belangrijk vindt. Mensen die ‘Abortus is in principe een prima zaak’ lezen, reageren sterker op prima als ze lid zijn van de Staatkundig Gereformeerde Partij, dan wanneer ze lid zijn van bijvoorbeeld de PvdA of de SP. Taal wordt dus al binnen een kwart seconde persoonlijk, terwijl de losse woordjes nog binnenkomen.

Daden met woorden

Taal kan je raken omdat er naar gevoelige zaken wordt verwezen, zoals bij ‘dierenmishandeling.’ Maar taal kan ook pijn doen omdat de spreker er iets vervelends mee doet. Homo sapiens is niet alleen een denkende diersoort, maar ook een ontzettend sociale diersoort. We zijn echte groepsdieren, we willen graag ergens bij horen, en door anderen gerespecteerd worden. En dat is precies de reden waarom schelden pijn kan doen. ‘Debiel’, ‘klootzak’, ‘teringlijer’ – het raakt je omdat iemand laat weten niet veel respect voor je te hebben, en je als minderwaardig apart wil zetten. En omdat we allemaal sociale diertjes zijn, zijn we hier ook allemaal kwetsbaar voor.
In tegenstelling tot wat je misschien zou denken, zit de alledaagse kracht van scheldwoorden niet zozeer in de dingen waar ze naar verwijzen (Vergelijk ‘klootzak!’ maar met ‘scrotum!’). Scheldwoorden werken vooral doordat er een maatschappelijk taboe op ligt – juist doordat we bepaalde woorden van onze ouders of leraren op school niet mogen gebruiken, krijgen ze een extra krachtig effect als we dat dan tóch doen. Al die goedbedoelende ouders die hun kinderen met een ‘Foei, dat mag je niet zeggen!’ op het rechte pad willen houden, leren die kinderen dus niet alleen om zich sociaal te gedragen, maar óók met welke woorden ze lekker kunnen schelden, mocht het ooit nog eens nodig zijn. Deze invloed van vroege opvoeding verklaart ook waarom scheldwoorden uit je eigen moedertaal doorgaans meer emotie oproepen dan scheldwoorden in een later geleerde tweede taal.

Scheldwoorden zijn vanwege hun grensoverschrijdende aard ook heel handig voor allerlei andere dingen. Taalhandelingen kunnen er
krachtiger van worden: ‘Doe verdomme nou eens die deur dicht!’ Je kunt er aandacht mee trekken (zelfs als je ze verbastert, zoals de winkelketen French Connection UK met haar acroniem FCUK doet). Met schelden kun je onderlinge verbondenheid creëren (denk aan het vele what-the-fuck-gebruik van jongeren onder elkaar). Je kunt er stoom mee afblazen, en jezelf bij sport etc. tot grotere prestaties oppeppen. Schelden kan zelfs als pijnstiller werken: proefpersonen die hun hand zo lang mogelijk in pijnlijk ijskoud water moesten houden, hielden het tientallen seconden langer vol als ze mochten schelden.

Slappe taal

Schelden is een interessante vorm van krachtig taalgebruik waar emoties een duidelijke rol in spelen. Maar diezelfde emoties zetten ons op een heel andere manier ook aan tot slappe taal. Want we zijn in ons taalgebruik vaak veel minder direct dan we denken. We vragen: ‘Weet u misschien hoe laat het is?’ of ‘Zou je me het zout even willen aangeven?’, zodat we het directere ‘Vertel me de tijd!’ of ‘Geef me het zout!’ kunnen vermijden. Uitnodigingen beginnen vaak met een onschuldige opmaat zoals ‘Heb je vanavond wat te doen?’ zodat de ander zich nergens toe gedwongen voelt. We nemen afscheid met een soepel ‘Laten we gauw weer eens wat afspreken’, ook als we daar geen f**k zin in hebben (en weten dat de ander er ook zo over denkt). En we gebruiken allerlei emoji om de boel gezellig te houden, ook bij lastige boodschappen.

Sociologische en taalkundige analyses van dit verschijnsel hebben laten zien dat we allemaal voortdurend bezig zijn om gezichtsverlies te voorkomen, bij onszelf en de ander, en dat we daarom zo indirect zijn. Dit zogenaamde facework is misschien wel de meest krachtige, en tegelijkertijd meest onopvallende manier waarop emotie ons taalgebruik stuurt. Let er maar eens op als je met iemand praat: we denken allemaal dat we zo direct zijn, maar we draaien eindeloos voorzichtig en tactisch om elkaar heen, in een wankele balans tussen dingen gedaan willen krijgen en mensen te vriend houden.

Lees meer

Liefhebbers van scheldwoorden kunnen o.a. terecht bij een artikel van Timothy Jay (2009, Perspectives on Psychological Science), en bij diverse andere boeken, zoals William Irvine’s (2013) A slap in the face, Piet van Sterkenburg’s (2008) Krachttermen, en het Prisma woordenboek van het Algemeen Onbeschaafd Nederlands.
Als je meer wilt weten over facework, kijk dan eens naar de blogs en video’s op Bruce Lambert’s website www.howcommunicationworks.com/.
En zoek je een gedetailleerde algemene theorie over hoe taalbegrip tot emotie leidt, lees dan dit hoofdstuk: van Berkum, J.J.A. (2018). Language comprehension, emotion, and sociality: Aren’t we missing something?


Reacties

6 reacties op ‘Doet taal pijn?’

  • ibahesj op 27 november 2012 om 13:47 Beantwoorden

    goed voor mijn project

  • Joanna op 29 januari 2013 om 20:44 Beantwoorden

    Een zeer interessant artikel

  • The Wilch op 12 februari 2019 om 12:08 Beantwoorden

    So naar The Wilch, die man kent de Streets!

  • Simcha op 28 februari 2019 om 09:43 Beantwoorden

    Wat een top artikel!
    Hier kan ik wel mee vooruit, Persoonlijk scheld ik ook ****** veel haha

  • tnawie op 27 november 2019 om 10:58 Beantwoorden

    mooie tekst

  • yeey op 19 februari 2020 om 10:07 Beantwoorden

    vind ik zeer leuk.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Voor je verder gaat even bewijzen dat je mens bent.

Typ hiernaast de eerste drie letters van het alfabet


sluit